Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [42]Toen ontzette zich de koning Nebukadnezar, en [43]hij stond op [44]in der haast, antwoordde en zeide tot zijn [45]raadsheren: Hebben [46]wij niet drie mannen in het midden des vuurs, [47]gebonden zijnde, geworpen? Zij antwoordden en zeiden tot den koning: [48]Het is gewis, o koning! 42. Te weten toen hij vier mannen in den oven zag wandelen. 43. Tevoren zat hij als een koning in zijnen stoel, om de marteling van de drie jongelingen aan te zien. 44. Of, met beroering. 45. Anders: gouverneurs, of bijstanders, of lijfwachten. 46. Te weten ik, op ulieder verzoek en met ulieder raad. 47. Zij werden wel, met koorden gebonden zijnde, in den vurigen oven geworpen; maar die zijn straks in stukken gebrand, of van den engel losgemaakt en ontbonden. 48. Zij moeten, zowel als de koning, van de waarheid getuigenis geven.